4/05/2012

klassiek 2D+3D


 


Het schilderij heet ‘Diner op het bal’ en is geschilderd door Edgar Degas in 1879.
Ik zie een heleboel mensen die aan het eten zijn. Ze zitten aan tafels. Andere mensen die dansen weer. Er zijn veel obers aanwezig. Alle vrouwen lopen in baljurken rond. Aan het plafond hangen vele kroonluchters. Het schilderij is gemaakt van olieverf op doek. 

Het schilderij is beeld een bal uit. Ze kunnen dansen, maar ook eten.
Edgar Degas heeft het schilderij eigenlijk gekopieerd van de grote kunstenaar Adolph Menzel. Hij heeft het gekopieerd, vanwege het thema en de weergave van het licht. Edgar schilderde vele theaters, kroegen, bals en feesten. Voor de rest heeft het schilderij geen boodschap. De schilderkunst van Degas  behoorde tot het impressionisme en realisme. Degas was de meest tegendraadse impressionist onder de Franse impressionisten. Zo wordt Edgar Degas vaak herinnert.


Tijdkenmerken (stijl):
- veel impressionisme er in te herkennen.
- G
even een momentopname weer.
-
Het werk lijkt snel gemaakt.
-
het schilderij heeft geen boodschap.

Het schilderij deed mij meteen denken aan Assepoester. Assepoester gaat ook naar een bal en heeft op dat bal ook zo een mooie jurk aan. Bij het sprookje Assepoester gaat er op een gegeven iets mis, want ze verliest haar mijltje. Op dit schilderij lijkt ook wel alsof er iets mis gaat. Daarom heb ik dit schilderij ook geassocieerd met het sprookje Assepoester. Ik denk dat het vooral komt doordat het niet een heel duidelijk schilderij is. Het schilderij is opgebouwd uit kleine vlekjes. Die later bijgewerkt zijn met een dun kwastje, zodat je meer zag wat het moest voorstellen. Je kan nog net de mensen met jurken eruit halen en de obers. Voor de rest lijkt het alsof er iets omgaat of er valt iemand. Het schilderij is dus halfabstract. Ik vind het een mooi schilderij, juist omdat je bij dit schilderij moet nadenken wat er nou precies gebeurd. Je kan veel bij dit schilderij fantaseren. Dat vind ik juist het leuke van het schilderij.
Het beeldaspect dat ik hierbij heb gekozen is ruimte. Je ziet eigenlijk een hele grote ruimte. Dit hebben ze gecreerd door middel van de pilaren en de vele mensen die aanwezig zijn. Ook door de kroonluchters creer je diepte. Dit komt doordat de kroonluchters aan het plafond hangen en hoe verder je kijkt hoe minder je ze ziet. Dit lijkt dus heel ver weg. Edgar Degas heeft dus heel goed nagedacht over hoe hij de ruimte inricht.


Het beeld heet ‘Een levensecht ideaal’. Een Griekse beeldhouwer heeft het beeld gemaakt, rond 450 voor christus.
Ik zie een man. Hij heeft een doek om zijn schouder en arm. Ook heeft hij om zijn penis een koker. Hij reikt zijn hand uit naar iets wat zich buiten het beeld afspeelt. Verder leunt hij met zijn rechtervoet op een paal. Het lijkt alsof hij anders omvalt.
Het beeld is een statisch, gestileerd beeld dat met de hand is gemaakt. Zo is de beeldhouwer aan het werk gegaan:  Hij heeft de beste elementen van een aantal modellen gecombineerd, en zo kwam hij tot het volmaakte schone lichamen.
Het beeld heeft een beheerste beweging, het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven en er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning. Met dit beeld willen ze dus het ideaal beeld van een mens weergeven.
Het beeld komt uit de tijd 400 voor christus waren ze heel erg met het ideaal beeld van een mens bezig. Waar moest een mens allemaal aan voldoen en wat moest hij uitstralen. Dit beeld is zo een beeld waaraan een man moest voldoen. Een goddelijk mens of een menselijke god. Apollo is mannelijk, gespierd en krachtig. Dat straalt hij uit. In die tijd waren veel Griekse beelden bijna of geheel naakt. 


Er kwamen bij mij veel vragen bij dit beeld op. Zoals waarom heeft hij zijn hand omhoog? Waarom leunt hij tegen een paaltje? Waarom is hij naakt? Deze vragen heb ik geprobeerd te beantwoorden en op te zoeken. Doordat je nu heel wat duidelijk is geworden van dit beeld ga je er met een ander oog naar kijken. Nu weet je ook dat ze toen al de ideale man of god bedachten. Hoe meer je over dit beeld te weten komt hoe interessanter het wordt om er naar te kijken. Ik heb dit beeld gekozen, omdat ik het vanaf dat ik het beeld voorbij zag komen al associeer met het sprookje ‘’Rapunsel’’. In dit sprookje leeft de prinses in een hoge toren en heeft heel lang haar. Als ze het vlecht kan de prins naar boven klimmen. Op het beeld steekt de man zijn  hand uit, net alsof hij naar boven gaat klimmen. Hij is natuurlijk een prins en de man op het beeld straalt macht uit. Dit is vooral te zien aan zijn houding.
Het beeldaspect dat ik bij dit beeld heb gekozen is licht. Het is het eerste beeldaspect dat bij mij opkwam bij dit beeld. Vooral de lichtinval is heel apart. Het onderlichaam, met name de scheenbenen, staat in de schaduw. De beeldhouwer heeft dus gewerkt met het licht schaduw perspectief. Het hoofd staat ook in de schaduw. De delen rond zijn buik komen naar voren door middel van het lichtinval.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten