Dit is een les voor groep 8 en wij zijn uit gegaan van een groep van 30 leerlingen.
De leerlingen werken in twee-tallen.
Opdracht
Wij willen de kinderen de opdracht geven om een kijkdoos te maken van een sprookje.
Ze hebben de keuze uit 5 sprookjes:
- Roodkapje
- Assepoester
- Sneeuwwitje
- De wolf en 7 geitjes
- Hans en Grietje
Natuurlijk kan niet het hele sprookje in een doos dus is de opdracht om een bepaald deel uit een sprookje (het stuk wat zij leuk vinden) te maken in een kijkdoos.
Doel = de kinderen kunnen aan het eind van de les een kijkdoos maken. In die kijkdoos kunnen ze sleuven en bewegende objecten maken.
Betekenis verhaal/prentenboek/thema/gebeurtenis
Thema = Sprookjes
welke associatie mogelijkheden zie je ?
Wij denken dat er heel verschillende kijkdozen komen. Vooral omdat de kinderen waarschijnlijk een heel ander stuk uit een sprookje nemen. Zo kan het Roodkapje in het bos zijn, maar ook in het huisje van oma.
Hierdoor krijg je veel verschillen en ook zullen er kinderen zijn die ook licht gaatjes willen maken.
Die zou je eventueel ook weer met kleur en vloeipapier kunnen maken.
Activiteiten
De kinderen krijgen het sprookje wat ze gekozen hebben of wat wij ze toegewezen hebben kort samengevat op een A4'tje. Deze lezen zij nog even goed een keer door en dan gaan ze met z'n tweeën brain stormen over wat ze nou in de doos willen hebben. Wat staat waar, wie staat er in, hoe staan ze, enz. Ze tekenen of knutselen de hoofdpersonen en knippen die uit. Deze worden natuurlijk in de kijkdoos geplakt.
Voor de sleuven in de dozen (om figuren of dingen te laten bewegen) tekenen ze eerst op de doos waar de sleuf moet staan en daarna gebruiken ze een prikpen om de sleuf te maken. Hier helpen wij eventueel met een mesje.
Vorm/ Beeldaspecten
Compositie
Bij compositie gaat het er heel erg om wat waar staat en waarom.
In een kijkdoos is dat natuurlijk heel erg belangrijk, want als je alles achter elkaar zet is het niet mooi. Hier moeten de kinderen dus ook goed over nadenken.
Materiaal
- 15 schoenendozen
- schaar
- lijm
- plakband
- gekleurd papier
- vloeipapier
- stiften
- potloden
- stroken papier
Beschouwing
Als inleiding lezen we een sprookje voor uit het boek Gruwelijke Rijmen van Roald Dahl.
Dit is natuurlijk niet een normaal sprookje, want deze gaan allemaal net iets anders. Dat is natuurlijk ideaal want zo zetten we de kinderen al aan het denken over hoe het sprookje ook alweer ging en krijgen ze daar beelden bij.
Ook vertellen we er duidelijk bij dat niet het hele sprookje in een doos past, dus dat ze 1 beeld moeten nemen (het aller leukste natuurlijk) en dat zo mooi mogelijk mogen maken in de schoenendoos. Ook kun je natuurlijk niet alles achter elkaar zetten dus moet er duidelijk gekeken worden naar wat waar staat. Anders verdwijnt Roodkapje straks achter een boom of een bosje..
Werkwijze
Technieken:
- sleuven (demonstreren)
- vouwen om alles in de kijkdoos te kunnen zetten
- tekenen
- knippen
- plakken
- prikken
Onderzoek
Experimenteren met de sleuven.
De kinderen zouden natuurlijk heel simpel een sleuf van links naar rechts kunnen maken maar misschien gaan ze wel nadenken over hoe ze andere dingen nog kunnen laten bewegen zodat het allemaal nog bewegelijker wordt. Misschien kunnen er straks zelfs dingen springen.
We hopen dan ook zeker dat ze dit uit gaan proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten